Torenvalk:

Na de buizerd is de torenvalk een van de meest voorkomende roofvogel in Nederland. Hij heeft een lange staart en een rood bruine rug. De mannetjes hebben een grijze kop en staart met een zwarte eindband. De vrouwtjes hebben een kenmerkende roodbruine bovenzijde. 

Deze vogel zien we vaak biddend langs wegen en boven landerijen. De torenvalk vangt zijn prooi alleen op de grond. Dit zijn vooral veldmuizen maar kunnen ook mussen of weidevogels zijn.

Hij bouwt zelf geen nest, in Nederland broedt hij in speciale half open torenvalk kasten. Hij heeft meestal 1 legsel van 4 tot 6 eieren per jaar. Broedtijd is april tot juli. Het vrouwtje broedt vrijwel alleen.

 

Ophangen:

Liefst zo hoog mogelijk (4 tot 6 meter). De opening liefst naar het zuidoosten.

De kast kan in een hoge vrijstaande boom gehangen worden. Een hoge paal is natuurlijk ook een mogelijkheid. Indien mogelijk wat turf toevoegen.